Lokale heffingen

De Eerste Kamer vindt dat de inwerkingtreding van de Omgevingswet en de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (WKB) op 1 januari 2023 het uitgangspunt moet blijven. Een meerderheid stemde echter voor een motie waarin de regering wordt verzocht de Kamer in oktober te informeren over de voortgang van de voorbereidingen - van in het bijzonder de ICT - op de inwerkingtreding van de wet per 1 januari 2023. In de Kamer leeft de wens dat de ICT-problemen bij het digitale loket voor omgevingsvergunningen eerst moeten zijn opgelost voordat de wet op 1 januari 2023 kan ingaan. In oktober 2022 wordt ondermeer een nieuw advies verwacht van de Adviescollege ICT-toetsing. Dit advies wordt eerst behandeld in de Eerste Kamer, waarna de Kamer een definitief besluit neemt over de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Het plenaire debat staat - onder voorbehoud - gepland voor 1 november 2022. Mocht de Eerste Kamer in november besluiten dat de wet inderdaad op 1 januari 2023 ingaat, dan heeft dat gevolgen voor de totale leges. Zowel de begrote opbrengsten, kosten en kostendekkendheidsberekening als de legesverordening en tarieventabel zullen dan aangepast moeten worden. Financiële gevolgen zullen dan worden verwerkt in de kadernota 2023.

Bij de begroting 2022 is uitgegaan van de gemiddelde woningbouwprognose van 400 woningen en de gemiddelde bouwkosten van de afgelopen vier jaar. Om alle omgevingsvergunningen onder de huidige wetgeving te kunnen toetsen, verstrekken en toezicht te houden op de bouwactiviteiten is extra personeel nodig waardoor de flexibele inhuurschil volledig is ingezet in 2022.

Er vindt een bijstelling plaats op de raming van de bouwlegesopbrengsten voornieuwbouw (€ 500.000 nadeel). De realisatie van woningen loopt achter op de gemiddelde woningbouwprognose van 400 waarvan is uitgegaan bij het opstellen van de begroting 2022. Tevens is er vaart gemaakt om meer sociale woningen te bouwen ten opzichte van de vrije sector woningen, waardoor de gemiddelde bouwkosten lager uitvallen. De gemeente prognosticeert de vergunningaanvragen op basis van gemiddelden, maar heeft geen invloed op welk moment een ontwikkelaar een aanvraag gaat indienen. Het moment van indienen heeft vaak te maken met de bedrijfseconomische situatie van de ontwikkelaar.