Sociaal domein
Deze paragraaf geeft een samenvatting van de (financiële) ontwikkelingen van het Sociaal domein in het lopende begrotingsjaar.
De begroting Sociaal domein 2021 inclusief mutaties Najaarsnota:
Bedragen in € 1 mln. | jaarrekening | Prognose | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Externe kosten | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
Jeugd IB H10/SBJH + ov. | 0,4 | 0,9 | 0,5 | 0,8 | 0,4 | 0,4 | 0,5 |
Jeugd RTA+vervoer+lokaal | 7,3 | 8,3 | 8,4 | 9,8 | 10,5 | 11,4 | 11,3 |
Jeugd subsidies | 3,0 | 3,0 | 3,1 | 3,4 | 3,4 | 3,4 | 3,5 |
Jeugd LTA | 0,2 | 0,3 | 0,3 | 0,4 | 0,2 | 0,5 | 0,5 |
PGB Jeugd BG | 1,1 | 0,4 | 0,3 | 0,3 | 0,7 | 0,7 | 0,6 |
Wmo ZIN begeleiding | 0,8 | 1,2 | 1,6 | 2,0 | 2,5 | 2,5 | 2,2 |
Wmo ZIN hulp bij hh | 1,8 | 1,8 | 1,8 | 1,8 | 2,2 | 2,7 | 3,0 |
Wmo voorzieningen | 0,7 | 0,6 | 0,7 | 0,9 | 1,3 | 1,6 | 1,6 |
Wmo eigen bijdrage | -0,5 | -0,6 | -0,5 | -0,4 | -0,2 | -0,1 | -0,2 |
Wmo overig | 0,5 | 0,3 | 0,5 | 0,7 | 0,4 | 0,4 | 0,5 |
PGB Wmo HH | 0,2 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 |
PGB Wmo BG | 0,5 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 |
Wmo subsidies | 1,3 | 1,4 | 1,5 | 1,5 | 1,6 | 1,6 | 1,7 |
Participatie | 2,0 | 2,4 | 1,0 | 0,9 | 1,3 | 0,8 | 1,3 |
Totaal kosten | 19,5 | 20,2 | 19,6 | 22,4 | 24,5 | 26,1 | 26,7 |
geel gearceerd = nieuwe taken sinds 2015
In deze najaarsnota wordt aan de begroting uit de Kadernota 2021 een bedrag van € 1,0 miljoen toegevoegd aan de budgetten Sociaal domein:
Bedragen in € 1.000,- | mutaties NJN2021 |
Jeugd | -897 |
Wmo | -280 |
Participatie | 155 |
Totaal | -1.022 |
Toelichtingen per onderdeel
Jeugd
De budgetten voor in H10 verband gecontracteerde jeugdhulp zijn bijgesteld aan de verwachte uitgaven 2021. De primaire begroting 2021 is gelijkgehouden aan de realisatie over 2020 (t-1). Correcties voor kostenstijgingen en de indexering van de tarieven met 2,2% in 2021 worden gedurende het jaar verwerkt op basis van de prognoses van het Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden. De belangrijkste oorzaken voor de kostenstijgingen zijn de duur en de intensiteit van de jeugdhulptrajecten en de indexering van de tarieven.
Voor niet op regionaal niveau gecontracteerde jeugdhulp wordt door de gemeente lokale jeugdhulp ingekocht. Vaak is dit de duurdere soort jeugdhulp waarvoor budgettair geen ruimte is voorzien.
Wmo
In 2021 is het aantal inwoners dat gebruik maakt van een maatwerkvoorziening Wmo verder gestegen. Dit is de algemene tendens in de Wmo, omdat het aantal ouderen in onze gemeente elk jaar toeneemt. In hoeverre de Covid pandemie invloed heeft op het totaal aantal voorzieningen is lastig te bepalen. Wel zien we in 2021 substantiële schommelingen in het aantal aanvragen per maand als gevolg van corona.
Voor begeleiding ramen we budget af en verwachten we lagere uitgaven. Hier zien we effect van de kostenbesparingsmaatregelen. Het sterk schommelende aantal aanvragen per maand veroorzaakt wel onzekerheid, omdat de kostenontwikkeling in de laatste maanden van 2021 daardoor niet-lineair kan zijn.
De verwachte stijging van de uitgaven voor hulp bij het huishouden komt door een toename van het aantal inwoners dat aanspraak maakt op deze voorziening. In 2021 stijgt het aantal lopende voorzieningen van 840 naar 1.020. De algemene tendens van het toenemend aantal ouderen en ook de aanzuigende werking als gevolg van het abonnementstarief voor de eigen bijdrage zien we als oorzaak van deze ontwikkeling.
We verwachten hogere inkomsten uit de eigen bijdrage Wmo door het toenemend aantal inwoners dat gebruik maakt van Wmo voorzieningen.
Participatie
Na de daling van het bijstandsbestand in 2019 en 2020 is het aantal bijstandsgerechtigden in 2021 stabiel gebleven. Hierdoor verwachten we minder uitgaven op het budget voor bijstandsuitkeringen (BUIG) en ramen we budget af.
Voor uitgaven bijzondere bijstand is een toevoeging aan het budget nodig vanwege stijgende uitgaven. Dit wordt deels veroorzaakt door een hogere taakstelling voor huisvesting van vergunninghouders in 2021.
Interventieplan ‘Grip op het sociaal domein Pijnacker-Nootdorp'
Sinds de decentralisaties worden wij geconfronteerd met stijgende zorgkosten binnen het sociaal domein. Dit is verwerkt in de bovenstaande tabel waarin een duidelijke stijging te zien is.
De belangrijkste oorzaken van de stijgende kostenontwikkeling zijn:
Toename van de vraag. Bij Jeugdhulp onder meer door: betere bekendheid met de problematiek, betere bekendheid van regelingen, toenemende problematiek. Bij Wmo door vergrijzing en toenemende complexiteit door extramuralisering en omdat ouderen langer thuis wonen.
Kostenstijging door onder andere indexering van lonen en prijzen, Algemene maatregel van bestuur reële kostprijzen (regelgeving), algemeen verbindend verklarende CAO afspraken, toerekening van reële kosten en harmonisatie van producten en tarieven.
Onvoldoende grip op de toegang bij Jeugd. Ruim driekwart van de verwijzingen wordt gedaan door andere verwijzers waar de gemeente geen grip op heeft.
De invoering van het abonnementstarief Wmo in 2019.
Om meer grip te krijgen op de financiële ontwikkeling in het sociaal domein is het interventieplan ‘Grip op het sociaal domein in Pijnacker-Nootdorp’ 2020 -2022 opgesteld. Onze invloed zit met name in het beperken van het volume (Q) en de intensiteit (I). Er is minder invloed op prijsontwikkelingen (P).
In totaal zijn 28 beheersmaatregelen uitgewerkt. Deze hebben betrekking op de volgende knoppen:
Meer grip op de toegang tot jeugdhulp.
Stellen van normen.
Meer sturen op de zakelijke samenwerking met aanbieders.
Minder individueel maatwerk door de inzet van basisvoorzieningen en collectief aanbod.
Inwoners meer aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid/normalisering.
Deze maatregelen moeten resulteren in betere beheersbaarheid en lagere kosten. We verwachten hiermee in eerste aanleg een kostenbesparing te realiseren van € 750.000 in 2021 en van € 1.250.000 in 2022 en verder.
In september 2021 is een eerste voortgangsrapportage opgesteld. De raad is hierover met een informatienota geïnformeerd. Deze rapportage bevat de voorlopige resultaten van de genomen beheersmaatregelen tot 1 juli 2021. Over de verdere resultaten en eventuele bijsturing van de beheersmaatregelen zal via de reguliere P&C cyclus aan de raad worden gerapporteerd bij de jaarrekening en bij de najaarsnota. Het eerstvolgende rapportagemoment betreft de jaarrekening 2021. Hierin zal over het definitieve resultaat in 2021 worden gerapporteerd.